DE BOETES DIENEN GEMATIGD TE WORDEN INDIEN DE REDELIJKE TERMIJN VOOR HET DOEN VAN UITSPRAAK IS OVERSCHREDEN.
HR 22 APRIL 2005, ntfr 2005/591 Daarvan is sprake indien de rechtbank niet binnen twee jaar nadat die termijn is aangevangen, uitspraak heeft gedaan. De termijn vangt aan op het moment dat jegens de beboete een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat aan hem een boete zal worden opgelegd. Bijvoorbeeld bekendgeworden…