Hof Amsterdam, MK II, 7 juli 2011, nr. P1000584

(art. 27m Awr)


Uit de ter zitting door belanghebbende afgelegde en door de inspecteur niet weersproken verklaringen, de gegeven toelichtingen en het getoonde berouw is naar het oordeel van het Hof redelijkerwijs af te leiden dat alleen al de aanzegging van de aanstonds op te leggen boete bij belanghebbende de gedragsnorm mbt het gebruik van de auto voor prive- kilometers duchtig heeft ingescherpt. Belanghebebnde heeft fiscaal voordeel noch beoogd noch gerealiseerd.
Het BBBB voorziet zelf in de mogelijkheid om boeten te vermindren. De inspecteur is verplicht obv art 4:84, eerste zinsdeel, Awb hiermee rekening te houden, hij moet steeds nagaan of er omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een hogere of lagere boete dan de standaard uit bbbb, bijv par 43 (wanverhouding), par 44 (gebeurtenissen n die buiten invloedsfeer van belanghebbende hebben plaatsgevonden), par 45 bbbb financiële omstandigheden, HR 8 december 1992, BNB 1983/50
Daarnaast bestaat 4:84 Awb. Deze gaat voor op het bbbb waardoor de inspecteur kan afwijken van het bbbb. Wordt de boete na bezwaar voorgelegd aan de rechter, dan dient deze de te beoordelen of de inspecteur de wettelijke bepalingen (incl art 4:84 Awb) en het beleid (bbbb) juist heeft toegepast en dit in voldoende mate heeft toegespitst op alle omstandigheden van het geval.