RB Breda, EK, 15 septmber 2011, nr AWB 113228
(art. 3:156 en 3.2 Wet IB2001)
Rb: bij het uitvoeren van werkzaamheden maakt belanghebbende gebrui van eigen gereedschap en heeft belanghebbende voorts de beschikking over een eigen auto en opslagloods. Belanghebbende streeft naar het maken van winst en er wordt ook daadwerkelijk winst behaald.
Per bouwproject gaat de belanghebbende met de opdrachtgever een andere opdrachtovk aan. Daarbij vindt er, zij het in beperkte mate, onderhandeling over de prijsstelling plaats. Belanghebbende is daarbij vrij om een opdracht al dan niet te aanvaarden. Belanghebbende is na afronding van een bouwproject niet gegarandeerd van een bouwproject. Belanghebbende heeft een resultaatsverplichting en de voortgang en kwaliteit van het werk worden niet bewaakt door Z, maar door de hoofdaannemer.
Belanghebbende is binnen de grenzen die voor de werkplaats gelden, vrij om zijn eigen werktijden te bepalen. Belanghebbende besteedt een deel van zijn werk uit aan zijn zoon (ondernemer).
Belanghebbende heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering en een aov-verz afgesloten. Hij is zelf aansprakelijk voor de de door hem uitgevoerde werkzaamheden en het eindresultaat daarvan. De rb wijst in dit geval op het risico van de eventueel door belanghebbende uit te voeren herstelwerkzaamheden en het risico dat hij loopt indien er bij het uitvoeren van de werkzaamheden sprake is van bovenmatig snijverlies, waarvan hij de kosten dient te dragen. Belanghebbende wordt bij ziekte niet doorbetaald. De betaling van de fakturen zijn niet op enige wijze gegarandeerd, zodat sprake is van een debiteurenrisico. Dat dit risico zich tot op heden niet heeft gemanifesteerd, laat dit onverlet. Naar buiten toe treedt belanghebbende op als eigen ondernemer. Hij heeft eigen visitekaarten en eigen briefpapier.
Voorts staat belanghebbende vermeld in het nationaal Bedrijvengids. Gelet op het bovenstaande is de Rb van oordeel dat geen sprake is van een gezagsverhouding.