Hof Den Haag, MK II, 19 maart 2010, nr. BK-0900250

 

Uit de ter zitting door belanghebbende afgelegde en door de inspecteur niet weersproken verklaringen, de gegeven toelichtingen en het getoonde berouw is naar het oordeel van het Hof redelijkerwijs af te leiden dat alleen al de aanzegging van de aanstonds op te leggen boete bij belanghebbende de gedragsnorm mbt het gebruik van de auto voor prive- kilometers duchtig heeft ingescherpt. Belanghebbende heeft fiscaal voordeel noch beoogd noch gerealiseerd. Het BBBB voorziet zelf in de mogelijkheid om boeten te verminderen. De inspecteur is verplicht obv art 4:84, eerste zinsdeel, Awb hiermee rekening te houden, hij moet steeds
nagaan of er omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een hogere of lagere boete dan de standaard uit bbbb, bijv par 43 (wanverhouding), par 44 (gebeurtenissen
n die buiten invloedsfeer van belanghebbende hebben plaatsgevonden), par 45 bbbb financiële omstandigheden, HR 8 december 1992, BNB 1983/50
Daarnaast bestaat 4:84 Awb. Deze gaat voor op het bbbb waardoor de inspecteur kan afwijken van het bbbb. Wordt de boete na bezwaar voorgelegd aan de rechter, dan dient deze de te beoordelen of de inspecteur de wettelijke bepalingen (incl art 4:84 Awb) en het beleid (bbbb) juist heeft toegepast en dit in voldoende mate heeft toegespitst op alle omstandigheden van het geval.

Aantekeningen:

-het bbb voorziet zelf in de mogelijkheid om de standaardboete te verhogen of te verlagen. De inspecteur is ex art 4:84, eerste zinsdeel, Awb verplicht hiermee rekening te houden. Hij moet steeds nagaan of er omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een hoger of lager boete. bijv, par 44 bbbb, wanverhouding boete en ernst van het feit.
bijv, par 44 bbbb, gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden buiten de invloedsfeer van de belanghebbende
bijv, par 45 bbbb, financiele omstandigheden kunnen tot boetematiging leiden.
Rechter toetst of de inspecteur bij opleggen boete de wettelijke bepalingen (4:84) en het beleid (bbbb) juist heeft toegepast en dit in voldoende mate heeft toegespitst op alle omstandigheden van het geval. Als het handelen van de inspecteur deze toetsing doorstaat, is het nog steeds mogelijk, en komt het regelmatig voor, dat de rechter tot een afwijkend oordeel komt ogv wat hij als passend en geboden vindt. De door de rechter passend en geboden geachte boete gaat vervolgens nog verder naar beneden als er sprake is van een overschrijding van de redelijk termijn (art. 6 EVRM).