HR, 11 mei 2012, nr. 11/05649

(art. 3.81 Wet IB2001, art. 10 en 12a Wet LB 1964)

Belanghebbende X houdt middellijk alle aandelen in B BV. Voor de werkzaamheden die hij voor B BV verricht betaalt B Bv hem geen salaris. Verder staat X ingeschreven als directeur van D BV. Tijdens een onderzoek verklaart hij dat hij geen inkomsten geniet van B BV, omdat B BV nauwelijks inkomen geniet. Uit onderzoek blijkt dat in 2002 en 2003 wel relatief grote prive-uitgaven zijn gedaan via de bankrekening van B BV. De inspecteur merkt deze opnamen als ab-inkomen en legt een navorderingsaanslag op.Hierbij merkt hij een bedrag van 38.118 aan als gebruikelijk loon.
Belanghebbende stelt dat het gebruikelijk loon op 20% gesteld moet worden vanwege zijn gezondheidsproblemen.

Hof:

– stelt het dga-loon vast op 50%.
– zonder verdere onderbouwing baat de stelling van X niet dat het een lening betreft.