Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv een bedrag van € 15.000 aan omzet niet heeft verantwoord. X bv heeft dan niet de vereiste aangifte gedaan, en de bewijslast is terecht omgekeerd.
Datum: 23-08-2016 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2016:6722 Editie: 31 augustus Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/1882 Wetsartikelen: Algemene wet inzake rijksbelastingen, 27e ,Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52 , Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52a
A bv, de dochtermaatschappij van belanghebbende, X bv, exploiteert een cafetaria. A bv en X bv vormen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur naheffingsaanslagen dividendbelasting en VPB-navorderingsaanslagen op aan X bv, aan de hand van een theoretische omzetberekening. Volgens de inspecteur heeft X bv namelijk niet voldaan aan de bewaar- en administratieplicht. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur ten onrechte de bewijslast heeft omgekeerd en verzwaard. Volgens de rechtbank mag de inspecteur namelijk pas gebruik maken van een theoretische omzetberekening als hulpmiddel, nadat is komen vast te staan dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Door te verwijzen naar de theoretische omzetberekening maakt de inspecteur volgens de rechtbank dan ook niet aannemelijk dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de inspecteur volgens de gewone regels van de bewijslast(verdeling) niet aannemelijk maakt dat de door X bv aangegeven winsten te laag zijn. Het gelijk is aan X bv.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv een bedrag van € 12.000 aan ijsverkopen niet heeft verantwoord. Volgens zowel X bv als de inspecteur zou de ijsomzet, gezien de inkopen, ongeveer € 20.000 moeten bedragen. Nu uit de administratie slechts een omzet van circa € 8000 blijkt, heeft X bv niet alle omzet verantwoord. Verder stelt het hof vast dat X bv minimaal € 4000 aan omzet van rookwaren niet heeft verantwoord en € 2000 aan koffie-omzet en € 1000 aan verkocht frituurvet. X bv heeft volgens het hof circa € 15.000 aan omzet niet verantwoord, en dan ook niet de vereiste aangifte gedaan. Het hof merkt vervolgens op dat een winstcorrectie van € 48.450, met behulp van een theoretische omzetberekening, redelijk is, en dat het aan X bv is om te doen blijken dat deze correctie niet juist. Hier is X bv volgens het hof niet in geslaagd. De aanslagen blijven in stand.
Aantekeningen: