Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de Polen hun werkzaamheden in dienstbetrekking tot de heer X hebben verricht. De boete van 50% is passend en geboden omdat X de vof bewust als dekmantel heeft gebruikt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Datum: 18-03-2016 ECLI: ECLI:NL:HR:2016:436 Editie: 25 maart Instantie: Hoge Raad Rubriek: Loonbelasting Uitgavenummer: V-N Vandaag 2016/656 Wetsartikelen:Algemene wet inzake rijksbelastingen, 67f
Belanghebbende staakt zijn onderneming en begint een andere onderneming in de vorm van klusjesbedrijf waarvoor Polen worden geworven. Naar buiten toe wordt het beeld gepresenteerd van een vennootschap onder firma van de Polen met de belanghebbende als een soort adviseur. De stelling van de Inspecteur dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard, omdat belanghebbende de vereiste aangifte niet zou hebben gedaan wordt verworpen. Belanghebbende is namelijk door de Inspecteur niet uitgenodigd tot het doen van aangiften. De stelling dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard, omdat belanghebbende geen administratie heeft gevoerd vereist dat eerst op grond van de normale bewijsregels (en niet door omkering en verzwaring van de bewijslast) door de Inspecteur aannemelijk wordt gemaakt dat belanghebbende inhoudingsplichtige is. In werkelijkheid is belanghebbende de inhoudingsplichtige: de Polen spreken geen Nederlands, zij moeten vaak aandringen op betaling van (achterstallig) salaris bij belanghebbende en zij stonden in werkelijkheid in dienstbetrekking tot belanghebbende. Hof oordeelt evenals de Rechtbank dat belanghebbende de inhoudingsplichtige is (en niet de vof of B.V. van de zoon van belanghebbende, de Inspecteur had voor de zekerheid ook aan dezen naheffingsaanslagen met boeten opgelegd). De met toepassing van art. 67f Awr opgelegde boete acht het Hof evenals de Rechtbank passend en geboden maar ondergaat enige vermindering door termijnoverschrijding.