Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X op 14 september 2006 al overeenstemming had bereikt over de wederverkoop van een pand aan Z. Er is namelijk pas na de bezichtiging, die op 15 november 2006 plaats had, overeenstemming bereikt over de koopsom.

Datum: 15-03-2016 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2016:2069 Editie: 24 maart Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Rubriek: Inkomstenbelasting Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/642 Wetsartikelen: Wet inkomstenbelasting 2001, 3.90

Belanghebbende, X, koopt in september 2006 een pand van B. Hij verkoopt het pand in november 2006, met behulp van C, aan Z. De inspecteur is van mening dat de verkoopwinst die X heeft behaald, is belast als ROW. Volgens de inspecteur stond voor X ten tijde van de aankoop al vast dat hij het pand wilde doorverkopen. Hij stelt daarbij dat X geen andere panden ter belegging aanhoudt, dat er sprake is van een 100% financiering en dat X en C reeds voor de aankoop van het pand contact hadden gelegd. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X ten tijde van de koopovereenkomst (14 september 2006) het oogmerk tot wederverkoop had. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X op 14 september 2006 al overeenstemming had bereikt over de wederverkoop aan Z. Volgens het hof staat namelijk vast dat de door X ingeschakelde makelaar pas op 17 oktober 2016 de vraagprijs mailde naar Z, en dat pas overeenstemming is bereikt over de koopsom na de bezichtiging, die op 15 november 2006 plaats had. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.