Rechtbank Gelderland oordeelt dat de sanctie van omkering van bewijslast niet toegepast kan worden en volgt de strafrechter dat geen sprake is van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Datum: 06-08-2015 ECLI: ECLI:NL:RBGEL:2015:5154 Editie: 14 augustus Instantie:Rechtbank Gelderland Nummer: AWB – 15 _ 111 Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht ,Strafrecht Uitgavenummer: V-N Vandaag 2015/1749 Wetsartikelen:Wet inkomstenbelasting 2001, 3.8
Belanghebbende, X, is strafrechtelijk vervolgd nadat in zijn woning een hennepkwekerij was aangetroffen. Het wederrechtelijk verkregen voordeel is tijdens het strafrechtelijk onderzoek vastgesteld op ruim € 50.000. Dit bedrag heeft de inspecteur bij de aanslagregeling IB/PVV 2009 van X met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast als correctie in aanmerking genomen. In de strafrechtelijke procedure heeft hof Arnhem-Leeuwarden na verwijzing door de Hoge Raad, geoordeeld dat er geen sprake is van een wederrechtelijk verkregen voordeel omdat onvoldoende is gebleken dat X financieel voordeel heeft genoten uit de hennepkwekerij.
Rechtbank Gelderland (de bestuursrechter) oordeelt dat de inspecteur niet heeft bewezen dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan zodat er geen reden was voor omkering van de bewijslast. De inspecteur heeft in de belastingprocedure alleen verwezen naar het politiedossier en het strafrechtelijk onderzoek, maar heeft geen andere of nieuwe feiten aangevoerd dan de feiten die zijn beoordeeld door de strafkamer van het hof en de Hoge Raad en heeft op basis daarvan ook geen andere argumenten aangedragen, aldus de rechtbank. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat X inkomsten uit hennepteelt heeft genoten. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.