Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel niet noopt tot toepassing van een hogere wegingsfactor dan 0,25 voor het bezwaar van X tegen aanmaningskosten van € 15. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Algemene wet bestuursrecht 7:15 lid 2
Datum: 03-04-2015 ECLI: ECLI:NL:HR:2015:816 Editie: 21 april Instantie: Hoge RaadNummer: 14/04092 Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Wetsartikelen:Algemene wet bestuursrecht, 7:15 lid 2
Belanghebbende, X, laat een gemachtigde namens hem bezwaar maken tegen een bedrag van € 15 aan aanmaningskosten. De ontvanger verklaart het bezwaar gegrond, brengt de aanmaningskosten terug naar nihil en kent een kostenvergoeding toe van € 54,50. In geschil is of de ontvanger bij het berekenen van de kostenvergoeding terecht is uitgegaan van een wegingsfactor 0,25 (zeer lichte zaak). X bepleit een hogere wegingsfactor en beroept zich daarbij uitsluitend op het gelijkheidsbeginsel.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK III, 15 juli 2014, 13/01250, V-N2014/54.2.1) oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel niet noopt tot toepassing van een hogere wegingsfactor dan 0,25 voor het bezwaar van X tegen aanmaningskosten van € 15. X heeft twee gevallen genoemd die begunstigend zijn behandeld. Het hof merkt op dat het eerste geval, nog daargelaten dat het niet vergelijkbaar is, valt onder een ander managementteam en om die reden niet meetelt. Nu er slechts één geval overblijft, is de meerderheidsregel niet geschonden. Daarbij wijst het hof er nog op dat de ontvanger 37 gevallen heeft genoemd waarin bij bezwaren tegen aanmaningskosten eveneens wegingsfactor 0,25 is toegepast. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).