Hof Amsterdam, MK III, 23 oktober 2008, nr. P0700265
Voor wat betreft de bewijslast bij een beroep op art 6:11 Awb (verschoonbare termijnoverschrijding) maakt de jurisprudentie een onderscheid tussen de aanslag en de boete. Aanslag: degene die zich beroept op verschoonbaarheid het redelijkerwijs mogelijke moet doen om aannemelijk te maken dat de termijnoverschrijding hem niet is toe te rekenen. Boete: de belastingplichtige kan ermee volstaan te stellen dat en waarom de termijnoverschrijding hem niet valt toe te rekenen. De bewijslast voor het tegendeel berust vervolgens bij de inspecteur (HR 22 juni 1988, BNB 1988/292 en HR 27 maart 1996, BNB 1996/229).