Hof Amsterdam, MK IV, 5 januari 2012, 08/00181 t/m 07/1445
(art. 16, 47 AWR en 6 EVRM)
Hof: bezwaarschriften (tegen de verhoging en de boete) moeten ook geacht worden te zijn gericht tegen de navorderingsaanslagen. De
aanslagen incl de daarin begrepen verhoging en de kwijtscheldingsbesluiten zijn nl hecht en onlosmakelijk met elkaar verbonden
Hof: de aanslagen die zijn opgelegd mbv de verlegnde navorderingstermijn, moeten wegens strijdigheid met het evenredigheidsbeginsel,
worden vernietigd, aangezien niet kan worden vastgesteld waaruit de aanwijzingen bestonden die leidden tot de conclusie, dat X buitenlandse
banktegoeden had en vastlegden op welk moment dat was.
Hof: de navorderingsaanslag wordt opgelegd met inachtneming van het tijdsverloop dat na het opkomen van de bedoelde aanwijzingen
noodzakelijkerwijs is gemoed met:
1. het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting en tevens
2. het met redelijke voortvarendheid voorbereiden en vaststellen van een aanslag aan de hand van de gegevens die de inspecteuer
ter beschikking staan.