Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er bij de verhuur van de (studenten)kamers geen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. X heeft de opbrengsten dan ook terecht begrepen in de rendementsgrondslag van box 3.

Datum: 14-02-2017 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2017:1072 Editie: 22 februari Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Nummer: 16/00538 tm 16/00547 Rubriek: InkomstenbelastingUitgavenummer: V-N Vandaag 2017/378 Wetsartikelen: Wet inkomstenbelasting 2001, 3.4 ,Wet inkomstenbelasting 2001, 3.90 , Wet inkomstenbelasting 2001, 5.1

X is als metselaar werkzaam geweest, en afgekeurd. Sinds 1986 koopt X woningen die hij verhuurt. Veelal aan studenten, maar niet uitsluitend. In een periode van 25 jaar bouwt X zo een portefeuille op van 23 panden welke alle zijn gelegen in de stad G. In 2014 legt de inspecteur diverse (navorderings)aanslagen op aan X. Hierbij gaat de inspecteur er vanuit dat de opbrengsten van de verhuur in box 1 zijn belast, omdat er sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. X is het hier niet mee eens. Hij stelt dat de opbrengst in box 3 moet worden verantwoord. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat er bij de verhuur van de (studenten)kamers geen sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur er niet in slaagt aannemelijk te maken dat er sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. Volgens het hof zijn de door de inspecteur genoemde activiteiten namelijk nu juist bij kamerverhuur gericht op het verkrijgen van de (normale) huur en leiden, zonder nadere toelichting, niet tot een extra aan de werkzaamheden toe te rekenen rendement. Verder is het hof van mening dat het feit dat X 23 panden verhuurt op zichzelf nog niet met zich brengt dat sprake zou zijn van meer dan normaal actief vermogensbeheer. Het gelijk is aan X.