Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt dat van het niet doen van de vereiste aangifte alleen sprake kan zijn als de heer X was uitgenodigd tot het doen van de aangifte. Het feit dat X op eigen initiatief de aangifte heeft gedaan, maakt niet uit.

Datum: 30-06-2016 ECLI: ECLI:NL:RBZWB:2016:4226 Editie: 15 november Instantie:Rechtbank Zeeland-West-Brabant Nummer: BRE – 15 _ 1600 Rubriek:Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer: V-N Vandaag 2016/2417 Wetsartikelen:Algemene wet inzake rijksbelastingen, 16 , Algemene wet inzake rijksbelastingen, 25 ,Algemene wet inzake rijksbelastingen, 27 ,Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundament

De heer X dient in 2009 op eigen initiatief een IB-aangifte over 2007 in. Hierdoor krijgt X een teruggaaf. In 2010 wordt X strafrechtelijk veroordeeld voor de handel in, dan wel het kweken van hennep in 2008. De inspecteur stelt dat X in 2007 echter ook inkomsten uit hennepkweek heeft genoten en legt eind 2012 een navorderingsaanslag op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 98.129 en een boete van 50%. De inspecteur stelt op de zitting echter dat de bewijslast alleen kan worden omgekeerd als niet de vereiste aangifte is gedaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt dat de bewijslast alleen kan worden omgekeerd als niet de vereiste aangifte is gedaan. Van het niet doen van de vereiste aangifte kan alleen sprake zijn als X was uitgenodigd tot het doen van de aangifte. Het feit dat X op eigen initiatief de aangifte heeft gedaan, maakt niet uit (zie HR 21 maart 2008, nr. 43.695, V-N 2008/15.3). De inspecteur mag de navordering mede baseren op de uitkomsten van het strafrechtelijk onderzoek, ondanks dat de Officier van Justitie hiertoe pas begin 2014 toestemming heeft gegeven. De inspecteur maakt aannemelijk dat X € 20.000 aan niet aangegeven inkomsten heeft genoten, zodat de aanslag wordt verminderd tot € 22.690. De boete van 50% is terecht, met dien verstande dat deze in verband met het overschrijden van de redelijke termijn wordt gematigd tot 42,5%. Het beroep van X is deels gegrond.