Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X na de intrekking van de informatiebeschikkingen in beroep geen recht heeft op een integrale proceskostenvergoeding.

Datum: 16-05-2016 ECLI: ECLI:NL:RBNHO:2016:3929 Editie: 8 juni Instantie:Rechtbank Noord-Holland Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/1215 Wetsartikelen: Algemene wet bestuursrecht, 8:75 ,Besluit proceskosten bestuursrecht, 2-3

Belanghebbende, X, woont samen met mevrouw C. De Belastingdienst heeft in het verleden aan C en haar twee kinderen in het kader van het rekeningenproject navorderingsaanslagen IB/PVV en vermogensbelasting opgelegd. De aanslagen voor de KB-Lux rekening hebben in rechte stand gehouden (HR 27 januari 2012, nrs. 10/05098 en 11/01160, ECLI:NL:HR:2012:BV1781). X en C maken in hun aangiften IB/PVV 2009 en 2010 geen melding van de bankrekening bij KB Lux. De inspecteur stelt aan X een aantal vragen. Als X niet binnen de gestelde termijn reageert, stelt de inspecteur informatiebeschikkingen vast. Deze komen ter gerechtszitting te vervallen wanneer X alsnog de gevraagde informatie verstrekt. In geschil is alleen nog of X recht heeft op integrale vergoeding van de proceskosten.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X na de intrekking van de informatiebeschikkingen in beroep geen recht heeft op een integrale proceskostenvergoeding. De inspecteur kan niet worden verweten de beide informatiebeschikkingen onrechtmatig te hebben genomen of anderszins onzorgvuldig te hebben gehandeld. X was niet onwetend over de bankrekening en het feit dat hiervoor eerder navorderingsaanslagen waren opgelegd die in rechte stand hebben gehouden. Het beroep van X is ongegrond.