Rechtbank Gelderland beslist dat de door X gedane aangifte ib/pvv die is gedaan vóór dagtekening van de (ambtshalve opgelegde) aanslag maar na verzending daarvan door de inspecteur, te laat is.

Datum: 21-07-2016 ECLI: ECLI:NL:RBGEL:2016:4007 Editie: 27 juli Instantie:Rechtbank Gelderland Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/1679 Wetsartikelen: Algemene wet bestuursrecht, 8:73 ,Algemene wet inzake rijksbelastingen, 27e , Algemene wet inzake rijksbelastingen, 9 ,Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundament

X exploiteert een taxibedrijf. X wordt op 29 februari 2012 uitgenodigd tot het doen van aangifte ib/pvv over het jaar 2011. X krijgt uitstel voor het doen van aangifte tot 1 september 2012. Op 24 september 2012 stuurt de inspecteur X een herinnering tot het doen van aangifte en op 26 oktober 2012 een aanmaning. De uiterste reactiedatum was 9 november 2012. Op 5 juli 2013 heeft de inspecteur de (geschatte) gegevens voor de vaststelling van de aanslagen ib/pvv en zvw voor het jaar 2011 in de systemen verwerkt. Dit heeft geleid tot de opgelegde in geschil zijnde aanslagen, gedagtekend 31 juli 2013, die op 23 juli 2013 met de post verzonden zijn. Op 26 juli 2013 doet X alsnog aangifte ib/pvv over het jaar 2011. X gaat in beroep tegen de twee ambtshalve opgelegde aanslagen.

Rechtbank Gelderland beslist dat X niet tijdig aangifte heeft gedaan. De aangifte is gedaan vóór dagtekening van de (ambtshalve opgelegde) aanslag maar na verzending daarvan door de inspecteur. De inspecteur kon hiermee bij het opleggen van de aanslag geen rekening meer mee houden. Volgt omkering en verzwaring van de bewijslast. Gelet op de geconstateerde tekortkomingen in de administratie van X heeft de inspecteur kunnen kiezen voor een theoretische omzetberekening. De rechtbank acht deze schatting redelijk. X heeft de onjuistheid van de uitgangspunten niet doen blijken. De beroepen tegen de ambtshalve opgelegde aanslagen zijn ongegrond. X krijgt wel een immateriële schadevergoeding toegekend vanwege overschrijding van de redelijke termijn.