Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de onjuiste adressering van het bezwaarschrift voor rekening en risico van X komt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Datum: 12-02-2016 ECLI: ECLI:NL:HR:2016:226 Editie: 19 februari Instantie:Hoge Raad Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/347 Wetsartikelen: Algemene wet bestuursrecht, 6:7 ,Algemene wet bestuursrecht, 6:9

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de aanslag erfbelasting. In geschil is of het bezwaarschrift tijdig bij de inspecteur is binnengekomen. Dat X het bezwaar tijdig ter post heeft ingediend, is niet in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 21 april 2015, 14/00009, V-N Vandaag 2015/943) oordeelt dat de onjuiste adressering van het bezwaarschrift voor rekening en risico van X komt. De mondelinge verklaring van een medewerker van PostNL dat, ingeval van een verwisseling van postbusnummer en antwoordnummer, PostNL zelf zorgdraagt voor een terpostbezorging op het juiste adres acht het hof, tegenover de door de inspecteur overgelegde schriftelijke verklaring van PostNL dat zij deze gang van zaken niet kan bevestigen, onvoldoende om te concluderen tot tijdige bezorging. Hetzelfde geldt voor de stelling van X dat, nu de ontvanger pas tweeënhalve maand later een invorderingsmaatregel heeft aangekondigd, ervan mag worden uitgegaan dat de inspecteur het bezwaarschrift kort na de verzending ervan heeft ontvangen, omdat het verzoek tot uitstel van betaling in dezelfde envelop is verstuurd als voormeld bezwaarschrift. Het hof oordeelt dat X het bezwaar buiten de termijn heeft ingediend en daarom terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Van schending van de hoorplicht is geen sprake.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Aantekeningen:

  • Belanghebbende stelt dat zij tijdig een bezwaarschrift heeft ingediend. Zij wijst op het bezwaarschrift met dagtekening 5 mei 2010, dat verstuurd zou zijn op 10 mei 2010. De Inspecteur betwist niet dat het bezwaarschift op 10 mei 2010 is verstuurd, maar stelt dat dit bezwaarschrift door een van de zijde van belanghebbende gemaakte fout in de adressering – waarbij het postbusnummer (2500) is verwisseld met een niet bij de Belastingdienst in gebruik zijnd antwoordnummer (2500) – niet binnen de bezwaartermijn bij hem is ingekomen. Pas na tussenkomst van de Ontvanger heeft de Inspecteur (een afschrift van) het bezwaarschrift ruim na afloop van de bezwaartermijn op 7 september 2012 ontvangen.
  • Het Hof stelt vast dat de verzending van het bezwaarschift op 10 mei 2010 tussen partijen niet in geschil is. Het beroep van belanghebbende op het postboek waarin die verzending is opgenomen is derhalve niet relevant. In geschil is of het bezwaar kort na 10 mei 2010 bij de Inspecteur is ingekomen. Vast staat dat het bezwaarschrift een onjuiste adressering draagt, op grond waarvan aannemelijk is dat het bezwaarschrift zoals dat is verzonden op 10 mei 2010 ter post is bezorgd op een ander adres dan dat van de Inspecteur. Deze onjuiste adressering komt voor rekening en risico van belanghebbende. De mondelinge verklaring van een medewerker van PostNL dat ingeval van een verwisseling van postbusnummer en antwoordnummer PostNL zelf zorg draagt voor een terpostbezorging op het juiste adres acht het Hof, tegenover de door de Inspecteur overgelegde schriftelijke verklaring van PostNL dat zij deze gang van zaken niet kan bevestigen, daartoe onvoldoende. Hetzelfde geldt voor de stelling van belanghebbende dat nu de Ontvanger pas op 26 juni 2012 een invorderingsmaatregel heeft aangekondigd ervan mag worden uitgegaan dat de Inspecteur het bezwaarschrift kort na 10 mei 2010 heeft ontvangen, omdat het verzoek tot uitstel van betaling in dezelfde envelop is verstuurd als voormeld bezwaarschift. Het Hof vindt bij gebreke aan (een schriftelijk) bewijs van uitstel van betaling, geen bevestiging van die stelling van belanghebbende. De omstandigheid dat belanghebbende tweemaal is aangemaand tot betaling van de aanslag wijst veeleer op het tegendeel.