De Hoge Raad oordeelt dat het niet bewaren van detailgegevens van uitgevoerde bestellingen kan leiden tot schending van de administratieverplichtingen van art. 52 AWR. 

Datum: 26-06-2015 ECLI: ECLI:NL:HR:2015:1740 Editie: 29 juni Instantie: Hoge RaadNummer: 13/04127 Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2015/1384 Wetsartikelen: Algemene wet inzake rijksbelastingen, 27e en 52

Belanghebbende, X, drijft een Chinees-Indisch restaurant. Hij maakt gebruik van een geautomatiseerd bestellingen- en afrekensysteem (hierna: bestelcomputer). Naar aanleiding van een boekenonderzoek neemt de inspecteur het standpunt in dat in de jaren 2004 t/m 2006 niet een juiste winstverantwoording heeft plaatsgevonden in de ingediende aangiften IB/PVV. De inspecteur legt aan X navorderingsaanslagen IB/PVV op en naheffingsaanslagen omzetbelasting. De inspecteur verzoekt het hof om verwerping van de administratie van X omdat het kassasysteem te lang de mogelijkheid biedt wijzigingen door te voeren die niet worden opgeslagen.

De Hoge Raad oordeelt dat het niet bewaren van detailgegevens van uitgevoerde bestellingen kan leiden tot schending van de administratieverplichtingen van art. 52 AWR. Deze detailgegevens vallen in beginsel onder de bewaarplicht, omdat met behulp van deze gegevens op goederenniveau een verband is te maken tussen de verkoop en de inkoop. Deze gegevens zijn aldus van belang voor de heffing van belasting, tenzij er voldoende andere gegevens aanwezig zijn die een afdoende controle binnen een redelijke termijn van de verantwoorde omzet in geld mogelijk maakt. Het hof heeft verzuimd om dit laatste te onderzoeken. De omstandigheid dat het systeem van X een te beperkte opslagcapaciteit heeft, kan niet worden aangemerkt als overmacht. Volgt verwijzing naar Hof ‘s-Hertogenbosch.