HR, 12 augustus 2011, nr. 10/01754

(art. 16, 27e, 47 en 67e Awr en art 16 EVRM)

Het verwijzingshof moet beantwoorden (1) in hoeverre de inspecteur voor elk van de jaren het bewijs heeft geleverd dat X het feit ter zake
waarvan de boete is opgelegd, heeft begaan; en (2), voor zover het verwijzingshof van oordeel is dat het bewijs van beboetbare feiten is
geleverd, in hoeverre elk van de opgelegde boeten gelet op de omstandigheden van het geval een passende en ook geboden sanctie voor de
begane vergrijpen is.