De staatssecretaris vindt de modelcontracten niet vaag. Hij stelt dat de algemene modelovereenkomsten ruimte bieden aan de opdrachtgever en de opdrachtnemer om hun arbeidsrelatie, binnen de grenzen van de wet, zelf vorm te geven. Als de algemene modelovereenkomst onvoldoende houvast biedt, kan gekozen worden voor een meer specifieke modelovereenkomst.
Voor wat betreft de arbeidsverrichting deelt de staatssecretaris mee dat de Belastingdienst de situatie naar redelijkheid en zonder zinloze scherpslijperij zal beoordelen. Bij controles van de modelovereenkomsten beoordeelt de Belastingdienst welke werkzaamheden onder welke omstandigheden worden verricht. Als de aangetroffen situatie in redelijkheid in overeenstemming is met de gebruikte modelovereenkomst zal de Belastingdienst zijn onderzoek afronden. Indien duidelijk in afwijking van de gebruikte modelovereenkomst wordt gewerkt, beoordeelt de Belastingdienst de aangetroffen feiten en omstandigheden. Bij een kleine incidentele afwijking zullen er geen gevolgen zijn voor partijen. Bij een meer dan incidentele afwijking kunnen partijen worden verzocht hun overeenkomst in overeenstemming te brengen met de feiten en omstandigheden. Als de feitelijk aangetroffen situatie niet overeen komt met de gebruikte overeenkomst en de afwijking niet klein en incidenteel is, kan er sprake zijn van een dienstbetrekking. In dat geval kan een correctieverplichting of een naheffingsaanslag loonheffingen aan de opdrachtgever worden opgelegd.
Verder stelt hij dat als overduidelijk is dat iemand als zzp’er werkzaam is, het dan niet nodig is om met een door de Belastingdienst beoordeelde modelovereenkomst te werken. De modelovereenkomsten zijn alleen bedoeld voor die gevallen waarin er twijfel bestaat over de aard van de arbeidsrelatie.