Hof Amsterdam ziet na verwijzing geen reden voor een verdere matiging van de verhogingen en boeten in verband met de overschrijding van de redelijke termijn dan de reeds verleende 20%.

Datum: 11-02-2016 ECLI: ECLI:NL:GHAMS:2016:1032 Editie: 29 maart Instantie:Hof Amsterdam Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/668 Wetsartikelen: Algemene wet bestuursrecht, 8:88 ,Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundament.

Hof Amsterdam ziet na verwijzing geen reden voor een verdere matiging van de verhogingen en boeten in verband met de overschrijding van de redelijke termijn dan de reeds verleende 20%. Het hof verwijst naar de uitgangspunten uit zijn uitspraak van 2 juli 2009, nr. 04/03329, V-N 2009/37.5. Met deze vermindering van de boeten is X voldoende gecompenseerd voor de termijnoverschrijding.

Aantekeningen:

  • et partijen is het Hof van oordeel dat tot aan de uitspraak in hoger beroep (van het gerechtshof ’s-Gravenhage op 31 juli 2012) de overschrijding van de redelijke termijn in ieder geval meer dan twee jaar heeft bedragen.

    Aan het bieden van compensatie voor de uit de overschrijding voortvloeiende schending van artikel 6 van het EVRM hanteert het Hof de volgende uitgangspunten (zie uitspraak Hof Amsterdam van 2 juli 2009, nr. 04/03329):

    • De boete wordt niet verminderd indien deze minder bedraagt dan € 200. In dat geval wordt volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden.
    • In alle andere gevallen wordt de vermindering bepaald met behulp van de volgende tabel:
    Vermindering Maximale vermindering
    0 tot 6 maanden 5 % € 2.500
    6 tot 12 maanden 10 % € 5.000
    1 tot 2 jaren 15 % € 10.000
    2 jaren en meer 20 % € 20.000