Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur de aftrek van voorbelasting die betrekking heeft op de leveranties van rijst terecht heeft geweigerd. Op deze facturen ontbreken namelijk de naam, adres en btw-identificatienummer van de heer X, alsmede het btw-identificatienummer en het adres van de leverancier.
Datum: 27-05-2015 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2015:3788 Editie: 10 juni Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Nummer: 13/00960 Rubriek: Omzetbelasting Uitgavenummer:V-N Vandaag 2015/1208
De heer X is eigenaar van een eenmanszaak. De onderneming heeft twee vestigingen. In de ene vestiging worden Surinaamse levensmiddelen, drogisterijartikelen, snoep en tabak verkocht. In deze winkel kan alleen contant worden betaald. In de andere vestiging wordt bemiddeld bij de verkoop van vliegtickets naar met name Suriname. De vliegtickets worden niet alleen per pin betaald, maar ook contant. In 2006 is bij een boekenonderzoek geconstateerd dat de administratie onvolledig is. In 2009 wordt dit opnieuw geconstateerd. Zo is er geen kasadministratie en er wordt in het geheel geen rekening gehouden met de (verschuldigdheid van) btw. Over 2006, 2007 en 2008 heeft X geen btw-aangiften ingediend. In geschil is de btw-naheffingsaanslag over 2005 tot en met 2008, alsmede de (uiteindelijke) 12% vergrijpboete van € 1750. Rechtbank Gelderland verlaagt de boete overeenkomstig de reeds ambtshalve verleende vermindering. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de aftrek van voorbelasting die betrekking heeft op de leveranties van rijst terecht heeft geweigerd. Op deze facturen ontbreken namelijk de naam, adres en btw-identificatienummer van X, alsmede het btw-identificatienummer en het adres van de leverancier. Met betrekking tot de boete stelt X vergeefs dat een registeraccountant hem zou hebben geadviseerd geen btw-aangiften meer te doen en de ambtshalve naheffing af te wachten, Aangezien X toegeeft zelf ook aan de juistheid van het advies te hebben getwijfeld, is sprake van (op zijn minst) in laakbaarheid aan opzet grenzende onachtzaamheid. Het beroep van X is slechts gegrond, omdat de boete wegens overschrijding van de redelijke termijn met € 250 wordt gematigd.