De Belastingdienst int namens de Rijksoverheid de belasting die belastingplichtigen moeten betalen, zoals inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en motorrijtuigenbelasting. Om de belasting te kunnen innen, heeft de Belastingdienst speciale bevoegdheden. Zo kan de Belastingdienst bijvoorbeeld een loonvordering doen.

Taken Belastingdienst
De Belastingdienst heeft de volgende taken:

  • heffen en innen van rijksbelastingen en premies volksverzekeringen;
  • opsporen van belastingfraude (door de FIOD, de opsporingsdienst van de Belastingdienst);
  • uitbetalen van inkomensafhankelijke toeslagen voor kinderopvang, huur en zorg;
  • toezicht houden op de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen;
  • toezicht houden op het naleven van de fiscale wetten en regels;

Soorten rijksbelasting

Nederland heeft de volgende rijkbelastingen:

  • inkomstenbelasting;
  • loonbelasting;
  • vennootschapsbelasting;
  • dividendbelasting;
  • kansspelbelasting;
  • erfbelasting;
  • schenkbelasting;
  • vermogensrendementsheffing;
  • omzetbelasting (dit heet ook wel btw);
  • rechten bij invoer;
  • rechten bij uitvoer;
  • accijnzen zoals alcoholaccijns en tabaksaccijns en verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken;
  • belastingen op personenauto’s en motorrijwielen (bpm);
  • motorrijtuigenbelasting (mrb);
  • belasting zware motorrijtuigen;
  • overdrachtsbelasting;
  • assurantiebelasting;
  • verhuurderheffing;
  • bankbelasting;
  • milieubelastingen, zoals kolenbelasting, en energiebelasting.

Bevoegdheden Belastingdienst
De Belastingdienst heeft speciale bevoegdheden om de belasting te kunnen innen. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • Een dwangbevel uitvaardigen
    Met een dwangbevel kan de Belastingdienst geld incasseren bij de betrokken (rechts)persoon zonder een gerechtelijk vonnis.
  • Een loonvordering doen
    Iemand die een belastingschuld heeft, heeft wel vaak een salaris of een uitkering als inkomen. De Belastingdienst kan de werkgever of uitkeringsinstantie verplichten om een deel hiervan af te dragen aan de Belastingdienst. Hiermee wordt dan de belastingschuld voldaan.
  • Bodemrecht
    De Belastingdienst heeft ook bodemrecht. Dit is het recht om voor de belastingschuld van A beslag te leggen op roerende zaken van B. Die roerende zaken (bijvoorbeeld machines) bevinden zich dan op de ‘bodem’ van A. De bodem is in dit geval bijvoorbeeld een bedrijfspand of woning van A.
  • Voorrang op andere schuldeisers bij beslag leggen
    Het kan voorkomen dat meerdere schuldeisers beslag leggen op de goederen van een schuldenaar. De Belastingdienst krijgt hierbij voorrang op andere schuldeisers.
    De Belastingdienst hoeft alleen de pandhouder en hypotheekhouder voor te laten gaan. Dit betekent dat als het tot een executieverkoop komt, van de opbrengst eerst de hypotheekschuld wordt afbetaald en daarna de belastingschuld. Behalve als de Belastingdienst ook het bodemrecht heeft toegepast. In dat geval gaat de Belastingdienst voor op de pandhouder.