Rechtbank Overijssel oordeelt dat voor een kostenvergoeding niet van belang is de duur van de hoorzitting noch hetgeen op de hoorzitting is besproken.

Datum: 26-02-2016 ECLI: ECLI:NL:RBOVE:2016:680 Editie: 23 maart Instantie:Rechtbank Overijssel Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/632 Wetsartikelen: Algemene wet bestuursrecht, 7:15-2

Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande semi-bungalow. X laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarde 2015. De gemeente verlaagt in bezwaar de WOZ-waarde en kent X een kostenvergoeding toe van € 244. De heffingsambtenaar weigert de kosten van een (telefonische) hoorzitting te vergoeden. Dit omdat de gemachtigde tijdens deze hoorzitting slechts verwezen heeft naar het bezwaarschrift en geen nieuwe argumenten heeft aangevoerd, dan wel een toelichting heeft gegeven op de bezwaargronden.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat voor een kostenvergoeding niet van belang is de duur van de hoorzitting noch hetgeen op de hoorzitting is besproken. Nu er een (telefonische) hoorzitting heeft plaatsgevonden en de WOZ-waarde in bewaar omlaag is gegaan, heeft de heffingsambtenaar hiervoor ten onrechte geen vergoedingtoegekend. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en kent alsnog een vergoeding toe. Voor een verdere verlaging van de WOZ-waarde ziet de rechtbank geen aanleiding.