Hof Den Haag, 9 oktober 2013, bk-13/00001
Artikel 6.1 en 6.3 Wet IB2001
Beoordeling van het hoger beroep
7.2. Voor hetgeen partijen bij de totstandkoming van een overeenkomst zijn overeengekomen en hebben bedoeld, dient, zoals belanghebbende betoogt, tevens acht te worden geslagen op hetgeen aan die overeenkomst is voorafgegaan, met name op hetgeen partijen over en weer in dat traject hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten afleiden. Belanghebbende heeft in hoger beroep in dit verband gewezen op de onderhandelingen die aan het convenant zijn voorafgegaan en die tot uitdrukking zijn gekomen in het schrijven van belanghebbende van 14 september 2005 en van 5 februari 2006. Het Hof is van oordeel dat deze stukken, ook indien zij in onderling verband worden gelezen, niet de conclusie rechtvaardigen dat partijen beoogden de alimentatieverplichting af te kopen. Uit de tekst van de vermogensverdelingregeling die is opgenomen in de brief van 14 september 2005 (zie 3.2.1) kan dit redelijkerwijs niet worden afgeleid en dit geldt evenzeer voor het commentaar van belanghebbende op de artikelen 2.2, 2.3, 2.5 en 3.3 van het conceptconvenant. Voor zover sprake zou zijn van overbedeling van de ex-echtgenote door de toedeling van de echtelijke woning volgt bovendien uit belanghebbendes commentaar op artikel 3.3 (zie 3.2.1), dat hij daartegenover niets anders stelt dan dat de ex-echtgenote voor een periode van vijf jaar de toebedeelde woning aanhoudt.
7.3. Ook de jurisprudentie waarop belanghebbende een beroep doet, leidt het Hof niet tot een ander oordeel aangezien het onderhavige geval feitelijk en rechtens afwijkt van de in de aangehaalde jurisprudentie berechte gevallen. In de zaak waarin het Hof Den Haag op 9 april 2013 nr. 12/00323, uitspraak heeft gedaan, stond vast dat de man was overbedeeld en was dit ook met zoveel woorden vermeld in het convenant. Daarenboven was in het traject voorafgaand aan de vaststelling van het echtscheidingconvenant expliciet afgesproken en schriftelijk vastgelegd dat ter zake van die overbedeling sprake is van afkoop van de partneralimentatie.