Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de informatiebeschikking met betrekking tot 2010 terecht is afgegeven en dat de daaraan gekoppelde sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast is gerechtvaardigd.

Datum: 06-09-2016 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2016:7126 Editie: 12 september Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht , Inkomstenbelasting ,Loonbelasting , Omzetbelasting Uitgavenummer: V-N Vandaag 2016/1927 Wetsartikelen:Algemene wet inzake rijksbelastingen, 47 , Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52 ,Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52a

De heer X exploiteert sinds 2007 een pizzeria annex steakhouse. Er wordt uitsluitend afgehaald en bezorgd. De klanten kunnen niet met pin betalen en het personeel wordt contant door X uitbetaald. In geschil is of de inspecteur voor 2008, 2009 en 2010 terecht een informatiebeschikking heeft genomen. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat van een bedrijf waar alleen contant wordt betaald, mag worden verlangd dat ten minste een deugdelijke en controleerbare kasadministratie wordt gevoerd. Voor 2008 en 2009 heeft X zowel de administratie- als de bewaarplicht geschonden. De koksbonnen en de doorslagen daarvan zijn namelijk niet bewaard. Dit geldt ook voor de werkroosters en de door X geconstateerde kasverschillen. De informatiebeschikking is voor 2008 en 2009 dus terecht. In 2010 zijn de koksbonnen weliswaar ook niet bewaard en er zijn wat gebreken in de administratie, maar dat is in totaliteit van onvoldoende gewicht. De informatiebeschikking is voor 2010 dus niet terecht. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de informatiebeschikking met betrekking tot 2010 terecht is afgegeven en dat de daaraan gekoppelde sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast is gerechtvaardigd. De gebreken in de administratie bestaan uit het niet bewaren van primaire aantekeningen van de bestellingen en de dagelijkse omzet, het niet bijhouden van een inkoop- en voorraadadministratie, het verdichten van de administratie en het niet volledig leesbaar bewaren van de Z-afslagen van de elektronische kassa. Uit de kassa-gegevens blijkt voorts een onverklaarbaar verschil van € 170.879 tussen de Z-afslagen en het Grand-total. Het beroep van de inspecteur is gegrond.