HR, 29 november 2013, nr. 12/04301

Art. 8:73 Awb; art. 6 EVRM

3.3.1.

Het middel betoogt verder dat er voor de Inspecteur geen mogelijkheid is geweest om erop te wijzen dat de thans door het Hof toegekende schadevergoeding meer bedraagt dan de belasting die op basis van de aangebrachte correcties meer verschuldigd is. Voor het geval daarop na verwijzing alsnog een beroep zou worden gedaan, verdient opmerking dat bij overschrijding van de redelijke termijn in belastinggeschillen als uitgangspunt voor de schadevergoeding een tarief dient te worden gehanteerd van € 500 per halfjaar dat de redelijke termijn is overschreden, waarbij het totaal van de overschrijding naar boven wordt afgerond (zie HR 10 juni 2011, nr. 09/05113, ECLI:NL:HR:2011:BO5087, BNB 2011/234). Dit uitgangspunt geldt ook indien deze forfaitaire berekeningswijze leidt tot een schadevergoeding die hoger is dan het bedrag aan belasting waarop het geschil betrekking heeft.

3.3.2.Wel kan een uitzondering worden gemaakt voor het geval het geschil betrekking heeft op een zeer gering financieel belang. In een dergelijk geval bestaat geen aanleiding om uit te gaan van de veronderstelling dat de lange duur van de procedure spanning en frustratie bij de belastingplichtige heeft veroorzaakt. Bij het ontbreken van zodanige spanning en frustratie kan worden volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden (vgl. Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 26 maart 2008, nr. 200705993/1, ECLI:NL:RVS:2008:BC7604).

Aantekeningen:
1. in HR, 10 juni 2011,  nr. 09/05112, BNB 2011/233, V-N 2011/31.5 is de hoofdregel verwoord.
2. geen schadevergoeding voor een te traag verlopende bezwaarfase als het geschil daarna niet aan de rechter is voorgelegd (HR, 11 januari 2013, civiele kamer, nr. 11/04142, AB 2013/149).
3. alleen schadevergoeding bij een gegrond beroep (HR, 18 januari 2013, nr. 12/01623, V-N 2013/13.8).
4. voor een aanspraak op vergoeding van immateriele schade is niet van belang of de belanghebbende al dan niet heeft aangedrongen op een spoedige behandeling van zijn zaak teneinde de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM te voorkomen (HR, 22 maart 2013, nr. 11/04270, BNB 2013/152, V-N 2013/18.5).
5. als de uitspraak van de rechter te lang op zich heeft laten wachten, kan de belanghebbende verzoeken om heropening van het onderzoek in verband met een verzoek om schadevergoeding. Het verzoek hoeft dan niet beperkt te blijven tot de schade die het gevolg is van het tijdsverloop na de zitting (HR, 7 juni 2013, nr. 12/01582, BNB 2013/203, V-N 2013/29.5).
6. een verzoek tot schadevergoeding kan voor wat betreft de procedure bij de rechtbank en het hof niewt voor het eerst in cassatie worden gedaan (HR, 12 juli 2013, nr. 11/04625, BNB 2013/226, V-N 2013/35.10).