Onderzoeksplicht inspecteur bij gemoedsbezwaarde met hoge ziektekosten

BNB 2010/227 art. 16, lid 1, AWR, nieuw feit, ambtelijk verzuim 3. Beoordeling van het middel 3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. 3.1.1. Belanghebbende heeft op grond van zijn geloof gemoedsbezwaren tegen verzekeringen, en heeft daarom geen verzekering tegen ziektekosten afgesloten. Belanghebbende wordt als zogenoemde gemoedsbezwaarde niet aangeslagen in de premieheffing volksverzekeringen,…

Lakse houding adviseur levert nog geen kwade trouw op

HR, 31 mei 2013, nr. 12/01060 Artikel 16, lid 1, AWR Kwade trouw belastingadviseur? Miskenning begrip voorwaardelijk opzet. 3. Beoordeling van het middel 3.1.1. De navorderingsaanslag heeft betrekking op een door een verzekeringsmaatschappij aan belanghebbende in 2003 uitgekeerde afkoopsom van een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. Van die uitkering is geen melding gemaakt in belanghebbendes aangifte voor…

De bewijsmiddelen zijn strafrechtelijk onrechtmatig verkregen. Het opvragen van informtie druist incasu zozeer in tegen datgene wat van een behoorlijk handelend overheid mag worden verwacht dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht.

Rechtbank Noord-Holland, 11 februari 2013, nr. AWB 12/1546 4.3.2 Beoordeling Ingevolge artikel 9, lid 1 onder b, van de Opiumwet hebben opsporingsambtenaren, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, toegang tot de plaatsen, waar een overtreding van deze wet gepleegd wordt of waar redelijkerwijs vermoed kan worden, dat zodanige overtreding…

Naar het oordeel van de rechtbank was de inspecteur gehouden nader onderzoek te doen en is sprake van een ambtelijk verzuim dus geen sprake van een nieuw feit. De rechtbank acht belanghebbende echter wel te kwader trouw en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank zeeland-west-brabant 27 september 2013 12/6387 Belanghebbende woont in Nederland en werkt in Duitsland. In de onderhavige jaren heeft hij papieren aangiften ingediend. Hij heeft daarin zijn looninkomsten uit Duitsland niet vermeld, wel dat hij voor 100% in Duitsland werkzaam was. De aangiften zijn geautomatiseerd afgedaan en bij de aanslagen over alle onderhavige jaren is…

KB-Lux. Art. 47 AWR. Belanghebbende hield in 2002 en 2003 vermoedelijk een rekening bij KB-Lux. De inspecteur mocht voor 2002 en 2003 gegevens daarover opvragen op straffe van omkering van de bewijslast.

Hoge Raad, 1 november 2013, 12/02792 (KB-Lux. Art. 47 AWR) Belanghebbende hield in 2002 en 2003 vermoedelijk een rekening bij KB-Lux. De inspecteur mocht voor 2002 en 2003 gegevens daarover opvragen op straffe van omkering van de bewijslast. 3 Beoordeling van de in het principale beroep voorgestelde middelen 3.1.1. Op grond van een microfiche zijn belanghebbende…

Inkomstenbelasting. Navordering. Vaststellingsovereenkomst. Voortvarend handelen. In geschil is de vraag of de navorderingsaanslag terecht en naar een juist bedrag is opgelegd. Het geschil spitst zich in het bijzonder toe op de uitleg van de door partijen gemaakte afspraak inzake het voorbehoud van het recht om in bezwaar en beroep te gaan.

Hof Den Haag, MK I, 15 mei 2013, nr. BK-12/00369 Inkomstenbelasting. Navordering. Vaststellingsovereenkomst. Voortvarend handelen. In geschil is de vraag of de navorderingsaanslag terecht en naar een juist bedrag is opgelegd. Het geschil spitst zich in het bijzonder toe op de uitleg van de door partijen gemaakte afspraak inzake het voorbehoud van het recht om…

Artikel 16, lid 1, AWR, navordering, toerekenen aan de belastingplichtige van kwade trouw van degene die de aangifte voor de belastingplichtige heeft opgesteld.

HR, 23 januari 2009, nr. 07/10942, BNB 209/80, V-N 2009/8.6 (Artikel 16, lid 1, AWR) Beoordeling van het middel 3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. 3.1.1. De aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar waarop de onderhavige navorderingsaanslag betrekking heeft, is voor belanghebbende opgesteld en ingediend door D, die een administratiekantoor dreef. De Inspecteur…

Tijdige bekendmaking van de navorderingsaanslag binnen de vijfjaarstermijn is niet aannemelijk gemaakt. Navorderingsaanslag door Rechtbank terecht vernietigd.

Hof ’s Hertogenbosch 7 juni 2013 12/00604 (Art. 16 AWR) 2. Feiten Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan. 2.1. Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De ondernemingsactiviteit bestaat…