Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur geen informatiebeschikking kan opleggen indien een belastingplichtige toestemming weigert voor een inpandige opname van een onroerende zaak.

Datum: 21-06-2016 ECLI: ECLI:NL:RBZWB:2016:5544 Editie: 28 december Instantie:Rechtbank Zeeland-West-Brabant Nummer: AWB – 15 _ 1537 Rubriek:Fiscaal bestuurs(proces)recht Uitgavenummer: V-N Vandaag 2016/2891 Wetsartikelen:Algemene wet inzake rijksbelastingen, 47 , Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52 ,Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52a

Belanghebbende, X, maakt in zijn aangifte IB/PVV 2010 (box 3) melding van een aantal onroerende zaken. De inspecteur verzoekt X om informatie over de (waardering) van deze onroerende zaken en ook om toestemming om de panden inpandig op te nemen. Als X niet reageert, legt de inspecteur aan X een informatiebeschikking op.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur geen informatiebeschikking kan opleggen indien een belastingplichtige toestemming weigert voor een inpandige opname van een onroerende zaak. De toegangverlening tot gebouwen wordt geregeld in art. 50 AWR. In de wettelijke bepaling ter zake van de informatiebeschikking (art. 52a AWR) wordt art. 50 AWR niet genoemd. De vraag over het al dan niet verlenen van toestemming voor een inpandige opname hoort derhalve niet thuis in een informatiebeschikking. Voor het niet verstrekken van informatie (onder andere huurcontracten) door X is de informatiebeschikking wel terecht. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en wijzigt de informatiebeschikking.