Rechtbank Gelderland oordeelt dat bij afwezigheid van een informatiebeschikking de bewijslast alleen kan worden omgekeerd en verzwaard als X bv de vereiste btw-aangiften niet heeft gedaan. Dit moet aan de hand van de normale bewijsregels worden vastgesteld.

Datum: 31-05-2016 ECLI: ECLI:NL:RBGEL:2016:2766 Editie: 6 juni Instantie:Rechtbank Gelderland Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht , OmzetbelastingUitgavenummer: V-N Vandaag 2016/1187 Wetsartikelen:Algemene wet inzake rijksbelastingen, 27e , Algemene wet inzake rijksbelastingen, 52 ,Wet op de omzetbelasting 1968, 11

Belanghebbende, X bv, exploiteert een muziekcafé, waar bier, wijn, gedestilleerd en fris wordt geschonken. In de zaak staan ook speelautomaten, die eigendom zijn van F bv. X bv ontvangt hiervoor in 2010 een vaste vergoeding en later een variabel deel op basis van de netto-opbrengst (na kansspelbelasting). In 2014 wordt bij een boekenonderzoek geconstateerd dat X bv de primaire vastleggingen van haar administratie, zoals de kasadministratie, kascontroles en contante dagomzet, niet heeft bewaard. Op basis van een theoretische omzetberekening heeft de inspecteur vervolgens btw-naheffingsaanslagen over 2010, 2011 en 2012 opgelegd alsmede boetes van 25%.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat bij afwezigheid van een informatiebeschikking de bewijslast alleen kan worden omgekeerd en verzwaard als X bv de vereiste aangiften niet heeft gedaan. Er moet dus eerst aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast worden vastgesteld dat de volgens de aangiften verschuldigde btw verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde btw. Dit is alleen het geval met betrekking tot 2012. Over dat jaar is namelijk als voorbelasting en op aangifte € 31.599 voldaan, terwijl de theoretische omzetberekening resulteert in een nog te betalen bedrag van circa € 4.000. De schatting van de inspecteur is echter niet redelijk, aangezien de correctie speciaal fustbier is gebaseerd op te kleine glazen. De vergoedingen die X bv van F bv ontvangt voor het ter beschikking stellen van een deel van haar bedrijfsruimte vallen niet onder de (kansspel)vrijstelling van art. 11-1- l Wet OB 1964. De beroepen van X bv zijn dus alleen gegrond voor wat betreft de drankcorrecties. Aangezien X bv niet beschikt over een sluitende en controleerbare administratie zijn de boetes van 25% niet te hoog. Vanwege de slechte financiële situatie van X bv worden deze verlaagd tot 10%.