Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij gedurende de negen minuten tussen het moment van parkeren en de aanmelding onverwijld uitvoeringshandelingen heeft verricht tot voldoening van de parkeerbelasting.

Datum: 17-12-2015 ECLI: ECLI:NL:RBDHA:2015:14767 Editie: 5 april Instantie:Rechtbank Den Haag Rubriek: Belastingen van lagere overheden Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/730 Wetsartikelen: Gemeentewet, 225

Aan belanghebbende, X, wordt op 16 juni 2015 om 18.44 uur een naheffingsaanslag parkeerbelastingopgelegd. Omstreeks 18.53 uur wordt de auto van X aangemeld via de website van de gemeente Den Haag. In geschil is of de gemeente terecht een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij gedurende de negen minuten tussen het moment van parkeren en de aanmelding onverwijld uitvoeringshandelingen heeft verricht tot voldoening van de parkeerbelasting. De parkeercontroleurs van de gemeente Den Haag verrichten alvorens een naheffingsaanslag op te leggen eerst voertuigcontrolehandelingen, zoals nagaan of de vergunning is aangemeld, en als dit niet het geval is, controleren of er een kaartje achter de voorruit ligt of dat X op een andere manier is aangemeld. Als dit alles niet het geval blijkt te zijn, wordt daarna pas de naheffingsaanslag opgelegd. Dat betekent dat zelfs meer dan negen minuten zijn verstreken na het parkeren van de auto voordat de aanmelding in het onderhavige geval heeft plaatsgevonden. De rechtbank neemt mede in aanmerking dat X hetgeen hij aanvoert louter in algemene termen naar voren heeft gebracht, omdat hij feitelijk niet meer weet hoe een en ander is gegaan, als gevolg van het ontbreken van een naheffingsaanslag onder de ruitenwisser.