Rechtbank Den Haag oordeelt dat X met het enkel overleggen van een parkeerkaartje niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op 18 juli 2015 de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan.

Datum: 22-12-2015 ECLI: ECLI:NL:RBDHA:2015:15587 Editie: 29 maart Instantie:Rechtbank Den Haag Rubriek: Belastingen van lagere overheden Uitgavenummer:V-N Vandaag 2016/669 Wetsartikelen: Gemeentewet, 225

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X met het enkel overleggen van een parkeerkaartje niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op 18 juli 2015 de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan. De rechtbank wijst op de mogelijkheid dat een parkeerkaartje nadien in het bezit van X is gekomen. Gelet op deze fraudemogelijkheid mogen gemeenten strikt toetsen, bijvoorbeeld door te verifiëren wanneer en door wie het kaartje is betaald, om aan de hand daarvan te beoordelen de aannemelijkheid dat X op reguliere wijze bij het parkeren over het kaartje zou hebben beschikt. Of dat zo het geval is geweest, is op grond van de gedingstukken niet aannemelijk geworden. De rechtbank verklaart het beroep van X dan ook ongegrond.