Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij een beroep dat gaat over de vraag of een bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk is verklaard een wegingsfactor van 0,25 (zeer lichte zaak) volstaat voor de berekening van de proceskostenvergoeding. 

Datum: 11-11-2014 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2014:8779 Editie: 28 november Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Nummer: 14/00306 Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)rechtUitgavenummer: V-N Vandaag 2014/2397 Wetsartikelen:Algemene wet bestuursrecht, 8:75

Belanghebbende, X bv, maakt pro forma bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2013 van haar onroerende zaak. De heffingsambtenaar van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna: GBT) verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van de gronden. Rechtbank Overijssel vernietigt deze niet-ontvankelijkverklaring en kent X bv een proceskostenvergoeding toe, rekening houdend met een wegingsfactor 1 (zaak van gemiddelde zwaarte).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij een beroep dat gaat over de vraag of een bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk is verklaard een wegingsfactor van 0,25 (zeer lichte zaak) volstaat voor de berekening van de proceskostenvergoeding. Er is sprake van een eenvoudige en niet-bewerkelijke zaak met als gevolg een zeer beperkte werkbelasting voor de gemachtigde van X bv. De rechtbank heeft ten onrechte een wegingsfactor 1 (gemiddeld) gehanteerd. Het hoger beroep van de directeur van GBT is gegrond.