ECLI:NL:PHR:2014:1845

Advocaat-Generaal Niessen vindt dat het oordeel van het hof dat het kassasysteem van X voldoet aan de vereisten van art. 52 AWR, niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt en voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk is. 

Belanghebbende, X, drijft een Chinees-Indisch restaurant. Hij maakt gebruik van een geautomatiseerd bestellingen- en afrekensysteem (hierna: bestelcomputer). Naar aanleiding van een boekenonderzoek neemt de inspecteur het standpunt in dat in de jaren 2004 t/m 2006 niet een juiste winstverantwoording heeft plaatsgevonden in de ingediende aangiften IB/PVV. De inspecteur legt aan X navorderingsaanslagen IB/PVV op en naheffingsaanslagen omzetbelasting. De inspecteur verzoekt het hof om verwerping van de administratie van X omdat het kassasysteem te lang de mogelijkheid biedt wijzigingen door te voeren die niet worden opgeslagen.

Advocaat-Generaal Niessen vindt dat het oordeel van het hof dat het kassasysteem van X voldoet aan de vereisten van art. 52 AWR, niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt en voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk is. Volgens de A-G volgt uit het oordeel van het hof dat de met behulp van dat systeem vervaardigde totaaloverzichten per dag alle bestellingen en de daarop gevolgde betalingen omvatten die op de desbetreffende dag in de bestelcomputers zijn ingevoerd. Dat betekent dat geen discrepantie bestaat tussen de bestellingen en de daarop gevolgde betalingen en de zogenaamde Z-afslagen. Er zijn dus geen omzetgegevens verdwenen. De A-G overweegt dat hoewel met het wissen van de detailgegevens een mogelijkheid tot controle voor de inspecteur verloren kan gaan, te weten een op goederenniveau te leggen verband tussen de verkoop en de inkoop, in de onderhavige zaak niet is vastgesteld dat dat gemis daadwerkelijk effectieve controle in de weg heeft gestaan. De staatssecretaris beroept zich tevergeefs opHR 21 maart 2008, nr. 43.966, V-N 2008/15.2.