Datum: 21-01-2014 ECLI: ECLI:NL:GHARL:2014:415 Editie: 4 februari Instantie:Hof Arnhem-Leeuwarden Nummer: 13/00491, 13/00492 en 13/00493 Rubriek:Belastingrecht algemeen , Fiscaal bestuurs(proces)recht , InkomstenbelastingUitgavenummer: V-N Vandaag 2014/202 

Wetsartikelen: Wet inkomstenbelasting 2001, 3.3 ,Wet inkomstenbelasting 2001, 3.8

 

Belanghebbende, X, en zijn echtgenote Y exploiteren vanaf medio 2005 in maatschapsverband een schapen- en paardenhouderij. De overwinst verdelen ze fifty fifty, met dien verstande dat verliezen in de opstartfase (t/m 2009) ten laste van X komen. De verliezen die worden gemaakt compenseert X met zijn inkomsten uit dienstbetrekking. De paardenhouderij wordt in 2011 gestaakt. De schapenhouderij neemt in omvang door eigen opfok van jaar tot jaar toe. Bij een boekenonderzoek in 2011 over de jaren 2007 t/m 2009 stelt de inspecteur vast dat de resultaten steeds negatief zijn en volgens de prognose ook zullen blijven t/m 2015. Hij weigert de  aftrek van de verliezen vanaf  2007 omdat er vanaf 2007 niet langer sprake zou zijn van een onderneming.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt, anders dan de inspecteur en de rechtbank, dat de schapenhouderij wel een bron van inkomen is. Volgens het hof maakt  X aannemelijk dat redelijkerwijs is te verwachten dat deze activiteiten winstgevend zullen gaan worden, ergens in  2014/2015 bij een veestapel van  1.000 schapen, wat aanzienlijke schaalvoordelen oplevert. Ook maakt X voor het hof aannemelijk dat de financieringslasten verder zullen verminderen, omdat het echtpaar zal doorgaan met  forse kapitaalstortingen. Het hof oordeelt, anders dan de rechtbank, die heeft beslist dat binnen afzienbare tijd een positief resultaat moet worden behaald, dat onder de gegeven omstandigheden een beperkte beoordelingsperiode van de bronvraag niet juist is. X kan de verliezen in aanmerking nemen. Het hof oordeelt verder dat X zich kan beroepen op het vertrouwensbeginsel n.a.v. de gedane uitlatingen bij een eerdere controle. Dit geldt zowel ten aanzien van het bestaan van een bron van inkomen als ten aanzien van de inhoud van de maatschapsakte dat X het totale verlies van de maatschap voor zijn rekening kan nemen. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en vermindert de aanslagen over de jaren 2007 t/m 2009.