Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 november 2013 AWB 13/1787

Art. 32, 35 en 43 IW

De rechtbank acht belanghebbende en zijn echtgenote gelet op hun persoonlijke omstandigheden erin geslaagd aannemelijk te maken dat het niet aan hen is te wijten dat de vennootschappen niet aan hun mededelingsplicht hebben voldaan, zodat belanghebbende en de echtgenote worden toegelaten tot het weerleggen van het vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De rechtbank acht hen ook hierin geslaagd, zodat belanghebbende en zijn echtgenote ten onrechte aansprakelijk zijn gesteld voor de aansprakelijkheidsschulden van de vennootschappen.

Belanghebbende heeft, kort weergegeven en onweersproken, het volgende gesteld. De echtgenote heeft in de nacht van 28 op 29 mei 2009 een herseninfarct gekregen en is toen invalide geraakt waarna ze nog maar een schim is van de vrouw die ze ooit was. Zij is rolstoel gebonden en in hoge mate afhankelijk van anderen. Omstreeks dezelfde periode blijkt dat belanghebbende hersenen MS-patiënt is. In die periode heeft ook het boekenonderzoek plaatsgevonden en liepen er civiele procedures in verband met eerder door belanghebbende gedane meldingen van ongebruikelijke transacties. De naam van belanghebbende was blijkbaar doorgespeeld aan iemand op wie de melding betrekking had en diegene, [D BV], diende vervolgens forse claims in met jarenlang procederen tot gevolg. Belanghebbende is vervolgens bij het Nivra uitgeschreven. De procedures waarin wordt getracht de schade te verhalen die is ondervonden in verband met de betreffende gedane melding van ongebruikelijke transacties lopen nog steeds. In het najaar van 2009 heeft belanghebbende zich verzet tegen de onteigening van de woning waarin ook de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. Hij heeft dit, uit wanhoop en frustratie, op zodanige wijze gedaan, dat onder meer de burgemeester zich bedreigd heeft gevoeld waarna belanghebbende door politieagenten is gearresteerd en in verzekering is gesteld. Op Tweede Kerstdag van het jaar 2009 is belanghebbende vervolgens volledig ingestort. Sindsdien functioneert belanghebbende niet goed en werkt hij nauwelijks. Hij geniet een arbeidsongeschiktheidsuitkering die beperkt van omvang is omdat hij niet voldoende verzekerd bleek. Het overzicht in zijn administratie is hij volledig kwijt. Hulp inschakelen om daarin orde op zaken te stellen wordt in de weg gestaan doordat de echtgenote en belanghebbende financieel klem zitten vanwege de hoge ziektekosten en de enorme claims met bijbehorende procedurekosten die tot nu toe allemaal voor eigen rekening komen, de inkomensachteruitgang en het niet in aanmerking komen voor financiële tegemoetkomingen doordat de inkomens zo hoog zijn vastgesteld.

2.14.De rechtbank acht aannemelijk dat de in 2.13 vermelde gebeurtenissen die in het jaar 2009 hebben plaatsgehad voor belanghebbende en de echtgenote grote gevolgen hebben en hun algehele functioneren zodanig hebben beïnvloed dat zij zelf niet in staat waren om tijdig te voldaan aan de mededelingsplicht als genoemd in 2.11 in verbinding met 2.9. Het kan belanghebbende en de echtgenote naar het oordeel van de rechtbank evenmin worden aangerekend dat zij geen maatregelen hebben getroffen die ertoe zouden leiden dat wel aan de mededelingsplicht kon worden voldaan, zoals het aanstellen van een zaakwaarnemer. Gesteld noch aannemelijk is geworden dat in de periode voorafgaand aan de gebeurtenissen de financiële vooruitzichten van de vennootschappen tot dergelijke maatregelen noopten. Voorts konden belanghebbende en de echtgenote redelijkerwijs niet voorzien dat zij buiten staat zouden geraken om eventuele betalingsonmacht zelf tijdig en naar behoren te melden of om een zaakwaarnemer aan te stellen om dit namens hen te doen.