HR, 20 december 2013, nr. 13/04074  en Hof ‘-Hertogendosch, MK I, 23 juli 2013, 12/00793

Art. 6:5 Awb

Ontvankelijkheid bezwaar. Verzoek om uitstel van betaling is geen bezwaar tegen aanslag

Ten aanzien van het geschil

4.1.

Voor de vraag of een geschrift als bezwaarschrift moet worden aangemerkt is de inhoud daarvan beslissend. Voldoende is dat uit het geschrift volgt dat de belastingplichtige zich niet kan verenigen met de aanslag. Uit de bewoordingen van de onder 2.1 vermelde brief kan naar het oordeel van het Hof niet worden afgeleid dat belanghebbende het oneens is met de onderhavige aanslag. In het bijzonder is in de passage waarin belanghebbende verwijst naar de geruisloze terugkeer en/of de ingroeiregeling geen bezwaar te lezen tegen de hoogte van het bij de aanslag vastgestelde belastbare inkomen. De brief vormt naar haar bewoordingen een verzoek om uitstel van betaling van de onderhavige aanslag, omdat bij belanghebbende de verwachting bestond dat verliezen uit 2006 met de onderhavige aanslag zouden kunnen worden verrekend en de passage met betrekking tot de“geruisloze terugkeer en/of ingroeiregeling zoals bij u bekend” ziet onmiskenbaar op de in de voorafgaande zin vermelde “Carry back IB 2006”.

Voor zover belanghebbende stelt dat, vanwege het naar zijn mening op 20 februari 2009 nog lopende onderzoek naar geruisloze terugkeer per 1 december 2006 en/of de ingroeiregeling, elk na de dagtekening van de aanslag ingediend geschrift, ongeacht de bewoordingen daarvan, is aan te merken als een bezwaarschrift, verwerpt het Hof die stelling van belanghebbende. De stelling vindt geen steun in enige rechtsregel of beginsel van behoorlijk bestuur.

De Inspecteur heeft de brief van 20 februari 2009 derhalve terecht niet aangemerkt als een bezwaarschrift tegen de onderhavige aanslag.

4.2.Belanghebbende heeft eerst bij het op 10 oktober 2011 bij de Rechtbank ingekomen beroepschrift zijn bezwaren tegen de onderhavige aanslag schriftelijk tot uitdrukking gebracht, welk bezwaarschrift door de Rechtbank had moeten worden doorgezonden naar de Inspecteur. Ter zitting van de Rechtbank hebben beide partijen verklaard dat dit bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en dat het beroepschrift niet naar de Inspecteur ter behandeling als bezwaarschrift teruggewezen moet worden. Het Hof sluit zich bij dit eensluidend standpunt van partijen aan.