Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 juli 2013, 12/03602

Artikel 67a, AWR. Artikel 21, BBBB 1998

2.10.Primair is in geschil het antwoord op de vragen of belanghebbende op de juiste wijze is gehoord en of de aanslag tijdig aan belanghebbende is opgelegd. Indien deze vragen bevestigend moeten worden beantwoord, zijn de overige onder 2.5 opgenomen punten in geschil. Tevens heeft belanghebbende de duur van de behandeling van het bezwaarschrift aan de orde gesteld. Niet in geschil is dat belanghebbende in het onderhavige jaar in Nederland niet premieplichtig is voor de volksverzekeringen.

Horen

2.11.Artikel 7:5 van de Awb bepaalt het volgende:

“1. Tenzij het horen geschiedt door of mede door het bestuursorgaan zelf dan wel de voorzitter of een lid ervan, geschiedt het horen door:

  • . een persoon die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest, of
  • . meer dan een persoon van wie de meerderheid, onder wie degene die het horen leidt, niet bij de voorbereiding van het besluit betrokken is geweest.
  • 2. Voor zover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, besluit het bestuursorgaan of het horen in het openbaar plaatsvindt.”

 

2.12.Vaststaat dat het hoorgesprek heeft plaatsgevonden door twee personen, waarvan één persoon, namelijk [A], bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest. Hoewel belanghebbende toestemming heeft gegeven voor de aanwezigheid van [A] bij de hoorzitting, is naar het oordeel van de rechtbank daarmee niet voldaan aan het bepaalde in artikel 7:5, eerste lid, onderdeel b van de Awb. Bovendien heeft belanghebbende gemotiveerd en door de inspecteur onvoldoende bestreden, gesteld dat hij door de gang van zaken bij het hoorgesprek en de naar zijn mening gebrekkige vastlegging daarvan geschaad is in zijn belangen.

 

2.13.Nu belanghebbende niet zorgvuldig is gehoord, is de rechtbank met belanghebbende van oordeel dat hij in zijn belangen is geschaad. De rechtbank zal derhalve de uitspraak op bezwaar vernietigen en de zaak terugwijzen naar de inspecteur, met de opdracht belanghebbende alsnog volgens de regels te horen. De rechtbank komt daardoor niet toe aan de behandeling van de overige geschilpunten.

 

2.14.Gelet op het vorenstaande is het beroep gegrond verklaard.