Rechtbank Zeeland-West Brabant, AWB 12/4597, 3 april 2013

(Art. 67a AWR)

Belanghebbende heeft in het derde achtereenvolgende jaar geen aangifte IB/PVV ingediend. Aan belanghebbende is wegens recidive een verzuimboete van € 984 opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat depressiviteit niet tot avas leidt. De rechtbank ziet wel aanleiding om de verzuimboete te matigen.

r.o 2.5: Verzuimboeten hebben tot doel een gebod tot nakoming van de fiscale verplichtingen in te scherpen. Dat neemt echter niet weg dat ook bij het opleggen van een verzuimboete rekening gehouden moet worden met de omstandigheden van het geval. Belanghebbende heeft een verklaring van de huisarts overgelegd. Daarin is verklaard dat belanghebbende in de periode tussen augustus 2011 tot en met augustus 2012 depressief was. Belanghebbende heeft in voornoemde periode een aantal brieven naar de inspecteur verstuurd met het verzoek om verder uitstel voor het indienen van de aangiften. Voorts heeft belanghebbende in die periode op de herinneringsbrieven en de aanmaning van de inspecteur gereageerd. De rechtbank heeft dan geen reden om aan te nemen dat belanghebbende niet in staat zou zijn geweest om de aangifte in te dienen. Er is dus geen sprake van afwezigheid van alle schuld.

r.o. 2.6: Belanghebbende heeft ter zitting geloofwaardig verklaard dat het momenteel beter met haar gaat en dat zij voor het indienen van de aangifte 2012 al een afspraak met een accountant heeft gemaakt. Belanghebbende heeft haar leven dus gebeterd.

r.o. 2.7: Belanghebbende heeft voorts aangevoerd dat haar financiële positie het momenteel niet toelaat om de boete van € 984 te kunnen dragen. Ter zitting heeft zij ten aanzien van haar financiële positie verklaard dat:

– zij momenteel een inkomen geniet van tussen de € 200 en € 300 per maand;

– zij een woning huurt waarvan de maandelijks huur € 265 bedraagt;

– de maandelijkse huuropbrengst van de verhuurde woning in box 3 € 950 bedraagt;

– op de woning in box 3 een kleine hypothecaire lening rust;

– zij twee spaarrekeningen heeft waarvan op de ene spaarrekening het bedrag van de borg van de huurders staat en de andere spaarrekening van rond de € 5.000 is bedoeld om de woning in box 3 te kunnen onderhouden.

r.o. 2.8: Gelet op alle omstandigheden van het geval, waaronder ook de financiële positie van belanghebbende ziet de rechtbank aanleiding om de verzuimboete te matigen. De rechtbank acht een verzuimboete van € 250 hier passend en geboden.