Hof Den Haag, MK I, 12 juni 2012, nr. BK-11/00679

Belanghebbende X bv maakt deel uit van een groep van 5 vennootschappen. De inspecteur legt aan elk van de vennootschappen een verzuimboeten van 2.460 op wegens het niet tijdig doen van aangifte VPB.

RB:

– de boete wordt gematigd naar 500. De RB overweegt o.m. dat X bv een FE had kunnen aangaan en dat in dat geval de boete slechts 1 maal opgelegd had kunnen worden.

Hof:

-1 endezelfde persoon is dga van X bv als de andere 4 vennootschappen en ook voor al deze bedrijven de aangifte verzorgt. Er is dus sprake van een complex van hendelingen die door hem beheerste vennootschappen samen zijn verricht. Alle boetes drukken bovendien indirect geheel op het vermogen van de dga. Onder deze omstandigheden is de boete van 2.460 disproportioneel in verhouding tot de ernst van de gedraging op grond waarvan zij is opgelegd (HR, 13 maart 1993, nr. 28911, BNB 1993/198).