Hof Den Haag, MK I, 16 december 2008, nr. BK-07/00126, 07/00127, 07/00128, 07/00129, 07/0130, 07/00131, 07/0132, 07/00133 en 07/00134

(art 16, lid 1 Awr)

Ambtelijk verzuim? Hier is geen sprake van indien ten onrechte een beschikking ‘geen aanslag’ is genomen niet als gevolg van een verwijtbaar
onjuist inzicht van de inspecteur in de feiten die bepalend zijn voor de belastingplicht of van een onjuist inzicht van de inspecteur in het recht,
maar als gevolg van een vergissing die heeft geleid tot een discripentie tussen wat de inspecteur wilde en wat in het geschrift waarin de
beschikking is vervat, is vastgelegd, zoals bijvoorbeeld een schrijf-, reken-, overname- of intoetsfout, en het voor de belastingplichtige
redelijkerwijs kenbaar was dat bij de totstandkoming van de beschikking een fout was gemaakt – waarbij niet van belang is of tevens kenbaar was
waarin de fout bestond -. Alsdan is overeenkomstig de hoofdregel navordering toegestaan (HR 8 augustus 2003, nr. 37570, BNB 2003/345).
De aanwezigheid van zodanige discrepantie als in deze jurisprudentie bedoeld kan echter niet worden aanvaard in geval van fouten die het
gevolg zijn van een onjuiste gegevensverwerking (door personen of automatinssystemen) welke voortvloeit uit een bepaalde werkwijze
waarvoor binnen de Belastingdienst of op de eenheid gekozen is. In dat geval noet de inspecteur worden geacht de gevolgen van die werkwijze
voor zijn rekening te nemen (HR 14 april 2006, nr. 10958, BNB 2006/315). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de fout een gevolg is van de keuze
van de inspecteur of de Belastingdienst voor een onzorgvuldige werkwijze met beperkte controle (HR 9 juli 2004, nr. 38980, BNB 2004/351) of het
gevolg is van het laten invoeren van gegevens uit de aangifte in het geautomatiseerde systeem door personen met onvoldoende vakkennis en
zonder voldoende instructie (HR 25 februari 2005, nr. 40456, BNB 2005/173).

Jurisprudentie inzake kenbare ambtelijke fout
1. Eerst: HR 6 juni 1973, nr. 17106, BNB 1973/161: schrijf- of tikfout of een daarmee vergelijkbare administratieve vergissing van de Belastingdienst
2. Vervolgens: benoeming diverse andere ambtelijke fouten: HR 8 augustus 2003, nr. 37570, BNB 2003/345, V-N 2003/38.7: navordering is altijd
mogelijk, indien de onjuiste aanslagregeling het gevolg is van een ‘vergissing die heeft geleid tot een discrepantie tussen wat de inspecteur
wilde en wat in het aanslagbiljet is vastgelegd en het voor de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar was dat bij de totstandkoming van de
aanslag een fout was gemaakt, waarbij niet van belang is of tevens kenbaar is waarin de fout bestond. Van een discrepantie tussen wat de
inspecteur wilde en wat in het aanslagbiljet is vastgelegd is nl geen sprake bij fouten die het gevolg zijn van een onjuiste gegevensverwerking
(door personen of automatiseringssystemen) welke voortvloeit uit een bepaalde werkwijze waarvoor binnen de Belastingdienst of op de
eenheid gekozen is. Daaronder is ook te begrijpen een ten tijde vasn de aanslagregeling aan de inspecteur bekende fout in enig door de
inspecteur in het kader van de aasnlagregeling gebruikt automatiseringssysteem, mbt welke fout geen toereikende maatregelen zijn getroffen
tot herstel of om de gevolgen ervan te vermijden (HR 14 april 2006, nr. 40958, BNB 2006/315, V-N 2006/20.5).