HR, 10 juni 2011, nr. 10/04843

(art 67D Awr)

De belastingrechter moet bij een geschil over een bestuurlijke boete ambtshalve onderzoeken of de bevoegdheid tot het opleggen van die
boete door tijdsverloop is vervallen, ook indien de belanghebbende afstand heeft gedaan van een beroep op dat tijdsverloop.

Aantekeningen:

 

In haar uitspraak van 15 mei 2008, nr. Awb 06/3189, V-N 2008/41,2,2 overweegt Rb Den haag ambtshalve: naar volgt uit het arrest van de HR van
19 juni 1985, nr. 22076, BNB 1986/29, moet het opleggen van een vergrijpboete als de onderhavige worden gezien als het instellen van
strafvervolging in de zin van artikel 6 EVRM tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.