Nationale Ombudsman, 5 juni 2012, 2012/093

X bv is producent en verkoper van zogeheten geïntegreerde kassasystemen. Naar aanleiding van informatie van het Openbaar Ministerie houdt de belastingdienst in februari 2011 een derdenonderzoek bij X bv. De Belastingdienst vermoedt dat er op grote schaal sprake is (geweest) van fraude, bestaande uit het niet verantwoorden van omzet door gebruikers van een bepaald kassasysteem met behulp van een zogeheten `afroomtoets’, door X bv aangeduid als ‘oefentoets’. Het OM verdenkt X bv van het faciliteren van belastingfraude. Het onderzoek van de Belastingdienst is erop gericht om te onderzoeken welke bedrijven gebruikmaken van het bewuste kassasysteem. Nadat de Belastingdienst deze informatie van X bv heeft gekregen, start hij ook een onderzoek bij de gebruikers van het systeem. X bv klaagt bij de Nationale ombudsman over de wijze waarop de Belastingdienst bij haar en haar afnemers onderzoek heeft gedaan. X bv vindt dat de fiscus onnodig negatieve informatie over haar aan met name haar afnemers heeft verstrekt en haar daardoor onnodig schade heeft berokkend.De Nationale ombudsman tikt de Belastingdienst/Randmeren op de vingers over de handelwijze bij een derdenonderzoek bij X bv. De ombudsman is van mening dat de belastingdienst niet zorgvuldig is omgegaan met de belangen van X bv. De fiscus heeft in strijd met art. 67 AWR onnodig informatie over X bv verstrekt aan de afnemers van de kassasystemen. Ook is de term ‘afroomtoets’ volgens de ombudsman voorbarig, omdat ermee wordt gesuggereerd dat X bv deze toepassing opzettelijk heeft gemaakt voor het verdonkeremanen van omzet. De ombudsman doet de aanbeveling dat bij onderzoeken als deze wordt aangegeven hoe rekening wordt gehouden met de belangen van betrokken partijen.