HR, 19 december 2008, nr. 43798

Voor wat betreft de beboeting ziet het hof redenen voor een matiging:

1. de aangiften over de jaren 1999 t/m 2001 zijn gedaan, terwijl de inspecteur reeds met Y in discussie was over de fiscale behandeling van het kasteel
2. eerst twee jaar en vijf maanden na de start van het fiscaal onderzoek in Frankrijk is Y ingelicht over jegens hem bestaande verdenkingen; de bv is daardoor op een later tijdstip dan redelijkerwijs zou zijn te verwachten met de verwijtbaarheid geconfronteerd.
3. er is sprake van in wezen 1 (voortgezet) delict
4. de in acht te nemen redelijke termijn voor een beslissing omtrent de boetes is overschreden