RB Arnhem, MK, 11 augustus 2011, nr. AWB 09/4814

Handelen ism het vertrouwensbeginsel

Aantekening:
1. i.c. is aanvankelijk de fictieve verkrijging in geschil. De inspecteur laat dit standpunt op de zitting echter vallen.
2. vereist is dat hij dit ondubbelzinnig en uitdrukkelijk heeft verlaten, HR 1 augustus 2009, nr. 08/00066, BNB 2010/19, V-N 2009/38,15.
3. de inspecteur wil echter gebruiken makne van de mogelijkheid intern te compenseren Indien een belastingplichtige en beroep een
aanslag op een bepaald punt bestrijdt, staat het de inspecteur vrij andere elementen
van de aanslag aan de orde te stellen en op grond daarvan het standpunt in te nemen dat de aanslag, hoewel mogelijk op het
bestreden punt onjuist, toch niet te hoog is vastgesteld. Hij moet daarbij wel rekening
houden met de processuele belangen van de belastingplichtige, HR 7 mei 1997, nr. 32175, V-N 1997, p. 4534, HR 9 december 1998, nr.
33370, BNB 1999/68 en HR 25 juni 2004, nr. 38997, BNB 2004/343.
4. wil de inspecteur in beroep van de bevoegdheid tot interne compensatie gebruik maken, dan dient hij daarvan in de procedure
uitdrukkelijk en ondubbelzinnig blijk te geven, HR, 2 juni 2006, nr. 41392, V-N 2006/33,10
5. interne compensatie is ook mogelijk als navordering ter zake van het alsnog in de betrokken element niet meer mogelijk is,
bijvoorbeeld omdat sprake is van een ambtelijk verzuim, HR, 9 december 1998, nr. 33370,
6. interne compensatie moet achterwege blijven als toepassing ervan in strijd is met een of meer abbbb.
7. van een gerechtvaardigd vertrouwen is om sprake indien de inspecteur een standpunt heeft aangenomen bij de aanslagregeling en
daarbij geen voorbehoud heeft gemaakt, HR 13 december 1989, nr. 20577, BNB
1990/119, HR 30 maart 2007, nr. 42882, BNB 2007/184, V-N 2007/27,5 en HR 14 april 2006, nr. 40386, BNB 2006/301, V-N 2006/20,4